Veel gestelde vragen (FAQ)

Helaas is hier niet een simpel antwoord op te geven, het meest oprechte antwoord is: dat hangt af van het statistisch programma (data-analyse programma), je computer, je database en de data analysetechniek die je wilt toepassen.SPSS 25 adviseert bijvoorbeeld als vuistregel dat je vrije harddisk ruimte 4x de omvang van je databestand is: minimaal 2 GB harde schijfruimte, minimaal 4 GB-werkgeheugen, minimaal 2 GHz processor.

Voor Stata wordt geadviseerd om minimaal 2x het geheugen te hebben als je grootste databestand: minimaal 2 GHz processor, minimaal 1GB harddisk ruimte (Stata werkt voornamelijk in het RAM-geheugen). Maar let op, dit zijn minimumvereisten. Als je een groot databestand hebt, bijvoorbeeld 20.000 of meer observaties en bijvoorbeeld 20 of meer variabelen, dan kan je computer erg langzaam worden.

De ervaring leert dat bij ongeveer 20.000 observaties en ongeveer 20 variabelen, een kleine lichte laptop traag wordt voor sommige bewerkingen. En het lastige is dat je de bewerkingen waardoor het traag wordt tijdens je data clean-up vaak moet gebruiken. Kortom, voor een goede data-analyse geldt “Powerrrrr”, De zwaarste multi-core processor (i7 laatste generatie of beter), SSD harde schijf (+/- 512 GB of beter), veel en snel geheugen (+/- 16 GB of meer) is dus het advies.

Naast de beperkingen van je computer, moet je er rekening mee houden dat statistische applicaties zoals SPSS en Stata GEEN auto-save functie hebben. Kort gezegd, als je computer uitschakelt of reset, als er een systeemupdate wordt gedaan midden in een bewerking, als SPSS of Stata vastloopt, als je batterij op is en er is geen reserve-energie (slaapstand), dan is het heel simpel WEG = WEG! Daar zijn veel studenten op een vervelende manier achter gekomen. Daarnaast is het verstandig dat je je menselijke beperkingen erkend. Vergissingen worden gemaakt! Hoe goed we onszelf ook controleren. En hoe goed we onszelf ook vinden. Een vergissing zit in een klein hoekje. Uit ervaring kunnen we zeggen dat de Wet van Murphy nog steeds geldig is en vaak optreedt “Anything that can go wrong, will go wrong”. En in zijn verlengde Finagle’s law “Anything that can go wrong, will – at the worst possible moment“. Kortom, zorg dat je voldoende harddisk ruimte hebt, en maak heel veel back-up revisies. Overschrijf ook niet je voorgaande revisie met je nieuwe revisie, maar maak een nieuwe revisie aan. Je weet namelijk nooit wanneer en waar het mis gaat. Dit kan desnoods 5 revisies terug zijn geweest. Daarom is het bijvoorbeeld verstandig om in je revisienummer op een of andere manier de datum en tijd te verwerken. Misschien wil je dit zelfs uitbreiden met een kleine tekst zodat het voor jou duidelijk is wat er in die revisie is gebeurd.

Tot slot, overschrijf/bewerk nooit je bron variabelen, maak altijd eerst een kopie van je bron variabelen en bewerk deze kopie. Als je namelijk een vergissing maakt, dan kun je altijd terugvallen op je bron variabelen en je vergissing herstellen. In dezelfde gedachtelijn: maak voordat je een risicovolle bewerking doet altijd een back-up kopie, dan heb je maar minimaal herstelwerk als het mis gaat. Als je je scriptie hebt afgerond kan je, als je dat wilt, de tussentijdse back-ups deleten.

Je bronvermelding is zeer belangrijk. Het niet correct vermelden van je bron kan als oneigenlijk gebruik van iemand anders zijn ideeën (intellectueel eigendom) worden beschouwd. Dit valt onder het brede begrip van plagiaat. De ervaring van MyResearchMentor is dat de meeste hogescholen en universiteiten de APA (American Psychological Association) gebruiken, maar er zijn natuurlijk ook nog andere standaarden, zoals MLA (Modern Language Association), Chicago/Turabian, IEEE, Harvard of Vancouver. Als je een relatief klein document schrijft van een aantal pagina’s kan je de citaties nog met de hand aanbrengen en controleren. Een handig hulpmiddel kan dan de bronnengenerator van Scribbr zijn. Maar als je document groter wordt, dan raak je al snel het overzicht kwijt en loop je de kans dat je niet of niet goed citeert.

Er zijn verschillende bibliografie programma’s die je kan gebruiken tijdens het schrijven. Zo heeft Word een bibliografie hulpmiddel, maar de ervaring leert dat deze met betrekking tot functionaliteit en betrouwbaarheid niet kan tippen aan de professionele bibliografie programma’s zoals BibTex, Endnote, Medlars, Mendeley, ProCite, Reference Manager, RefWorks of Zotero. Als je meer wilt weten, kijk dan even bij de tips waar we dieper in gaan op de keuze voor een bibliografie hulpmiddel.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de waarde die de klant aan je product of dienst hangt niet alleen gebaseerd is op de fysieke en functionele kenmerken maar ook voor groot deel op psychologische afwegingen. Met andere woorden, er kan een verschil zitten tussen de verwachtingen van de klant en de dienst of product die je bedrijf levert.Daarom is het verstandig om in een klanttevredenheidsonderzoek een vorm van een GAP-analyse mee te nemen. Deze GAP-analyse is belangrijk voor de beslissingen op strategisch en tactisch niveau omdat beleidsbeslissingen gebaseerd op incorrecte data of “wishful thinking” kan leiden tot het veranderen of verwijderen van een product of dienst waar je klanten juist voor naar jou toekomen. Met andere woorden je verwijdert dan je onderscheidende activiteiten die je competitief maakt t.o.v. je concurrenten.

Daarom adviseert MyResearchMentor om naast de standaardvragen ook vragen mee te nemen die zich richten op de verwachte service, ervaren service en geleverde service. De verwachte service kan op verschillende manieren of combinatie van manieren tot stand zijn gekomen, bijvoorbeeld door mond op mondreclame, eerdere ervaringen, persoonlijke behoefte of de marketing uitingen van de organisatie. Als de organisatie de verwachtingen van haar klant niet voldoende managet kan er een verschil ontstaan tussen de verwachte service en ervaren service. Ook kan de manier waarop de service wordt geleverd door de organisatie en de manier waarop de service wordt ervaren door de klant verschillen. Daarnaast is het verstandig om elementen die de loyaliteit van de klant bevorderen mee te nemen, bijvoorbeeld cognitieve, affectieve, conatieve en gedrag gerelateerde elementen. Hierdoor kan een holistisch beeld worden gevormd over de klanttevredenheid.

Deze vraag komt MyResearchMentor in verschillende varianten tegen: ”ik heb een hoog cijfer nodig om Cum Laude te slagen voor mijn scriptie, haal ik hiermee een voldoende, ik wil minimaal een 8 halen voor mijn scriptie, ik wil minimaal slagen, ik hoef geen 10 te krijgen zolang ik het maar haal, dit is mijn laatste kans ik moet deze keer slagen”. Het korte antwoord op deze vragen is: Nee, helaas kan MyResearchMentor in geen enkele vorm of mate een slagingsgarantie geven of een cijfer toezeggen. Er zijn meerdere factoren die je cijfer bepalen waar MyResearchMentor maar beperkt of geen invloed op heeft. MyResearchMentor geeft daarom geen resultaatgaranties, maar heeft wel een inspanningsverplichting.

Dat is altijd lastig te bepalen en hangt af van de hulpvraag die je hebt, hoeveel werk je nog moet doen en hoeveel tijd jezelf voor je studie hebt. Daarnaast is de ervaring van MyResearchMentor dat studenten die relatief zelfstandig zijn ons voornamelijk gebruiken om op gang te komen, en zo nu en dan te spiegelen. Maar als je intensieve begeleiding nodig hebt dan zal je meer uren nodig hebben. Tijdens het intakegesprek probeert MyResearchMentor samen met jou een globale inschatting te maken van wat er nodig is om jouw hulpvraag beantwoordt te krijgen.